Doel en uitgangspunten Handhavingskader

In dit hoofdstuk van de Handreiking Handhaving worden doel en uitgangspunten toegelicht.

Doel en uitgangspunten Handreiking Handhaving

Hieronder de letterlijke tekst uit de Handreiking Handhaving versie 2024

2. Doel van het handhavingskader en uitgangspunten

Het doel is om de normnaleving binnen de volkstuinparken te bevorderen en overtredingen te voorkomen en aan te pakken. Er is sprake van naleving als alle partijen zich houden aan de geldende wet- en regelgeving en afspraken en voldoen aan de verplichtingen die daaruit voortvloeien. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

Uitgangspunt handhaving

Het uitgangspunt van de handhaving van wet- en regelgeving op de volkstuinen is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van civiel recht, oftewel het verenigingsrecht uit het Burgerlijk Wetboek. Via civiele procedures kunnen tuinders die zich niet aan de regels houden,die overlast en ongemak veroorzaken en een negatieve invloed hebben op het verblijfsklimaat op de volkstuinen effectief aangepakt worden, door in uiterste instantie – indien het gedrag niet ten positieve verandert – van de volkstuinen verwijderd worden. Afhankelijk van de situatie c.q. het soort strafbare feit kunnen zulke tuinders ook door de overheid strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk aangepakt worden.

Gezamenlijke inspanning

Een goed nalevings- en handhavingskader is het resultaat van een gezamenlijke verplichtingen inspanning van gemeente, andere handhavende partijen en de besturen van de verenigingen. Al deze partijen hebben ieder een eigen rol, maar ondersteunen en helpen elkaar. Openheid en vertrouwen, samenwerken, elkaar steunen en sterker maken,oplossingsgericht werken en transparantie zijn daarbij sleutelwoorden.Samenwerking, openheid, transparantie en vertrouwen als basis. Samenwerken, eerlijk zijn, vertrouwen hebben, duidelijk zijn, goed met elkaar omgaan en elkaar helpen, dat zijn de belangrijkste zaken in een vereniging. Goed contact zorgt ervoor dat mensen zich begrepen voelen, dat maakt hen meer betrokken bij de vereniging en geeft een gevoel van samenhorigheid. Dit helpt om problemen te voorkomen.

Verheldering vraagpunten

Er kunnen zich verschillende problemen voordoen op de volkstuinen en binnen de volkstuinverenigingen. Van schuttingen en te hoge heggen, (zeer) slecht tuinonderhoud,illegaal verblijven en bouwen, niet-functionerende besturen, frauderen, tot een enkele keercriminaliteit, intimidatie en geweld. Het is niet altijd duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk en bevoegd is Om handhavend op te treden in zulke situaties: volkstuinvereniging, gemeente of politie. Als het gaat om toegang tot eigendommen of gebieden, kunnen sommige plaatsen op sommige tijden als semi- openbaar worden beschouwd. Dit betekent dat deze gebieden openbaar toegankelijk zijn, maar dat er ook plaatsen zijn die niet voor iedereen toegankelijk zijn, zoals de grond die in gebruik is bij een tuinder en waarop het tuinhuisje staat. Mogelijk is de parkeerplaats alleen toegankelijk voor tuinders of personen die in het gebied wonen.
Afhankelijk van de specifieke situatie van openbaarheid geldt bepaalde wet- en regelgeving wel of niet.

Heldere afspraken over verantwoordelijkheden

De gemeente Rotterdam en de besturen van de volkstuinverenigingen hebben ieder hun eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De gemeente Rotterdam wil als verhuurder dat de besturen van de volkstuinverenigingen zorgen voor naleving van de kwaliteitseisen van de gemeente, statuten en reglementen van de volkstuinverenigingen. Besturen van volkstuinverenigingen willen zich gesteund voelen door de gemeente Rotterdam indien zij voor de naleving handhavend moeten optreden. Verder willen zij een beroep kunnen doen op de diverse overheidspartijen indien het gaat om zaken die ook de overheid aangaan, zoals de brandweer als het gaat om brandveiligheid, de politie in het kader van de openbare orde en de veiligheid, de afdeling Bouw- en woningtoezicht van de gemeente Rotterdam als het gaat om het naleven van eisen die aan de bouw zijn gesteld. Het is dus belangrijk dat helder is wie
waarvoor wanneer verantwoordelijk is. Daarbij is van belang te erkennen dat de besturen van de volkstuinverenigingen bestaan uit bestuurders die door en uit de leden van het volkstuinpark zijn gekozen en de functie op vrijwillige basis uitoefenen. Volgens de wet wordt het bestuur als orgaan aangesproken wanneer een gebruiker van een tuin zich niet aan wet- en/of regelgeving houdt. Dit is niet in alle gevallen even eenvoudig, zeker niet als het lid persisteert in het zich misdragen en/of zich schuldig maakt aan grove overtreding(en).

Eenduidige procedures

Volkstuinverenigingen en de gemeente komen gezamenlijk tot procedures, standaardbrieven, documenten etc. die voor alle verenigingen direct toegankelijk en  makkelijk inzetbaar zijn, ook in het kader van dossiervorming, als ze geconfronteerd worden met een situatie van naleving en handhaving. Doordat volkstuinverenigingen zoveel mogelijk eenduidige procedures hanteren, wordt naleving en handhaving beter gefaciliteerd en is het ook voor toekomstige besturen helder wat te doen.

Advies over aansprakelijkheid van besturen

De besturen worden geïnformeerd over de reikwijdte van hun aansprakelijkheid. Bijvoorbeeld in geval van brand, kunnen de besturen dan aansprakelijk zijn als blijkt dat de opstal niet aan de brandveiligheidseisen voldoet? Deze Handreiking Handhaving geeft besturen hieronder informatie over de reikwijdte van hun aansprakelijkheid. Van belang is dat er een verschil bestaat tussen interne en externe aansprakelijkheid. Uitgangspunt is dat iedere bestuurder tegenover het volkstuinpark gehouden is om zijn taak behoorlijk uit te voeren (artikel 2:9 BW). Dit betekent dat een bestuurder voldoende zorgvuldig en naar beste inzicht moet handelen.

Er is in beginsel sprake van een collectieve verantwoordelijkheid. Alle bestuurders zijn binnen het bestuur van de volkstuin gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitoefening van hun taken. Dit betekent dat als een van de bestuurders een fout maakt, dat een fout is die aan het hele bestuur wordt toegerekend. Met andere woorden als de penningmeester een zooitje maakt van de financiën, is dit ook toe te rekenen aan de andere bestuurders, omdat zij hier -ook- op toe moeten zien.

Een bestuurder is pas persoonlijk (dus niet collectief) aansprakelijk als de betreffende bestuurder ernstig verwijtbaar handelt. Bijvoorbeeld frauduleus handelt. De andere bestuurders moeten er wel op toezien dat de gevolgen van dit handelen van deze bestuurder zoveel als redelijk mogelijk is, wordt beperkt. Belangrijk is dat bestuurders zich houden aan de statuten en de reglementen.

Wanneer wordt gesproken over onrechtmatig handelen wordt een onderscheid gemaakt tussen interne en externe aansprakelijkheid. Van interne aansprakelijkheid is zoals hierboven aangegeven sprake wanneer de bestuurder aansprakelijk is ten opzichte van het volkstuinpark. Van externe aansprakelijkheid is sprake wanneer het gaat om de bestuurder ten opzichte van derden (artikel 6:162 BW). Externe aansprakelijkheid wordt niet snel aangenomen.

Een voorbeeld van externe aansprakelijkheid voor een volkstuinpark is een situatie waarbij het volkstuinpark indirect betrokken is bij schade aan eigendommen van buurtbewoners als gevolg van een overstroming veroorzaakt door hevige regenval. Hoewel de overstroming hoofdzakelijk te wijten is aan weersomstandigheden, kunnen buurtbewoners beweren dat het volkstuinpark een rol heeft gespeeld bij het verergeren van de overstroming. Dit kan leiden tot juridische aansprakelijkheid voor het volkstuinpark, inclusief mogelijke verplichtingen om schadevergoeding te betalen aan de getroffen buurtbewoners en juridische geschillen.

Om zich te beschermen, kan het volkstuinpark overwegen een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, proactieve planning en onderhoud te implementeren, juridisch advies in te winnen en lokale wetten en voorschriften met betrekking tot waterbeheer en bouwvoorschriften na te leven. Er geldt dat hiervan alleen sprake is wanneer een bestuurslid een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld wanneer een bestuurder geld dat van de volkstuin is, gaat uitlenen aan een familielid.

Hoe dan ook is het verstandig om een (bestuurders)aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, want hoewel aansprakelijkheid niet snel zal worden aangenomen door de rechter, kan het wel gebeuren dat iemand of een organisatie de volkstuinvereniging en/of een bestuurder van een volkstuinvereniging aansprakelijk stelt en dat kost naast geld ook veel narigheid, omdat alle tijd en energie opgaat aan deze zaak.

Opleidingen

De gemeente biedt een ondersteunende rol door middel van het aanbieden van cursussen die specifiek gericht zijn op de behoeften van de besturen. Er bestaan al cursussen die voor volkstuinbesturen toegankelijk zijn, maar besturen kunnen ook in overleg met de gemeente specifieke wensen uiten. Het is immers cruciaal dat de aangeboden cursussen nauw aansluiten bij de werkelijke uitdagingen en wensen van de verenigingen. De gemeente heeft zich bereid getoond een en ander te financieren. Een voorbeeld van een training is de vaardigheid om statuten te interpreteren, vergadertechnieken en effectieve communicatie. Dit kan resulteren in een verhoogd niveau van competentie en zelfverzekerdheid onder de bestuurders.

Een treffend voorbeeld van een dergelijke training is de vaardigheid om statuten te begrijpen en te interpreteren. Als er interesse is vanuit de verenigingen voor dit type training, kan de gemeente dit faciliteren. Dit kan resulteren in een verhoogd niveau van competentie en zelfverzekerdheid onder de bestuurders. Indien besturen van volkstuinverenigingen ideeën en suggesties hebben voor een aanvullend opleidingsprogramma, dan kan dat overwogen worden door de gemeente zodat een ‘doorlopend’ programma ontstaat. Dit betekent dat er voortdurend cursussen en trainingen worden aangeboden, niet alleen voor zittende bestuursleden, maar ook voor nieuw aangetreden bestuursleden. Hierbij is het essentieel om voorzichtig te zijn met het opleggen van verplichtingen om te voorkomen dat het mensen weerhoudt om toe te treden tot het bestuur. Het benadrukken van de voordelen van het volgen van deze trainingen en cursussen is van groot belang. Hierdoor wordt niet alleen hun individuele effectiviteit vergroot, maar ook de algehele kwaliteit van bestuurlijk werk binnen de verenigingen versterkt.

Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk (geldt dus niet voor deze website, daarvoor zijn aparte webpagina’s aangemaakt) worden de wettelijke kaders en andere regelgeving in kaart gebracht. In het daaropvolgende hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan aangaande de praktische organisatie van de vereniging. Dit fungeert als een richtlijn en omvat dus geen absolute normen. In het hoofdstuk daarna staat het tiental scenario’s waar deze Handreiking zich over buigt schematisch weergegeven in een tabel. In het volgende hoofdstuk is er per scenario een stappenplan opgenomen. Dit stappenplan verwijst naar voorbeeldbrieven die in een soortgelijk geval gebruikt kunnen worden. Deze brieven zijn te vinden in de bijlage. Deze Handreiking sluit af met een korte samenvatting en een lijst met contactgegeven en verwijzingen naar de benodigde instanties of personen.